Word lid!
Nieuws
25
januari

22 januari 2017, Lauwersmeergebied met IVN Leeuwarden

22 januari 2017, Lauwersmeergebied met IVN Leeuwarden

‘MEINOOO!!!,’ galmt het door de haven. ‘HIJ ZIT VAST, HIJ ZIT VAST.’ Er wordt een sprint ingezet, achter me nog meer roffelende schoenen. ‘NEE, HIJ ZIT TOCH NIET VAST,’ galmt het weer. … ‘JA, TOCH WEL VAST.’

Op de 1 of andere manier wordt ik afgeleid wanneer ik zaterdagnacht de wekker zet. Er heilig van overtuigd dat het ding om 6.30 uur afgaat val ik in een onrustige slaap wat meestal zo is als er vroeg moet worden opgestaan en er weer een spannend dagje voor de boeg staat. In alle rust sta ik ‘s morgens rond 7-en in de havermout te roeren, brood smeren, katten eten geven met een aai over de bol. Hey , 2 gemiste oproepen en een appje van Matthijs? Zou hij ziek zijn of zo? “Zal ik je oppikken?,” staat in de app. “Euh? Ik rij toch?” Dan dringt het tot me door dat de klok 8.00 uur aanwijst. ‘@#%!*&^’, de wekker een uur te laat gezet. Ja hoor, Slayer begint ook al te spelen. Zodra de drums invallen neem ik op. ‘Hallo, ben je wakker, ben je onderweg?’, vraagt Frans 1 van de deelnemers. ‘Nee’. ‘Oké, wij vertrekken alvast naar Paesens, zien we jullie daar.’ ‘Roger, tot zo.’ Nou de groep op weg is kan ik net zo goed mijn ochtend ritueel afmaken. Deze man kan niet zonder eten op pad. Matthijs krijgt een belletje en kan nog even plat op de bank alvorens ik hem om 8.40 uur oppik.

Weg verbinding
Bij Paesens wou ik vandaag beginnen vanwege de velduilen die hier al een tijdje rondhangen. Helaas heeft het water flink hoog gestaan, de muizen zijn toedeledokie en dus de uilen ook. Best wel een leuk miniatuur voorbeeld van de weidevogelproblematiek. Waterpeil omhoog, weg zijn de muizen en weg zijn de muis-etende predatoren die ook wel weidevogeleieren en kuikens op het menu hebben staan. Vanaf de zeedijk zien we dat de groep een eind de kwelder op is gelopen. Daar gaan wij niet heen. Een belletje met 1 der deelnemers laat horen dat de omstandigheden schitterend zijn om er rond te lopen. Stralend winters weer en geen wind. ‘Een velduil, een velduil,’ …. En weg is de verbinding. Ook fraters en een blauwe kiekendief worden nog gespot door de groep. Matthijs en ik besluiten een halte verder te gaan. De groep zien we straks wel in Lauwersoog haven zo wordt besloten na telefonisch overleg.

Verdomd moeilijk
In de haven zien we al snel de juveniele kleine burgemeester op een vissersboot zitten plus een aantal vogelaars die op de steiger staan te fotograferen. Met dank aan social media weten we dat deze zeldzame meeuw hier aanwezig is. Een paar van zijn grotere broers, de grote burgemeester , hebben de afgelopen dagen het loodje gelegd. Ook juveniele beesten. Waarschijnlijk natuurlijk verloop zoals vaak gebeurt bij jonge dieren. De kleine burgemeester broedt alleen in Groenland en arctisch Canada. Ze worden zelden gezien in onze contreien. Zonder naar de vogel te kijken, in alle rust, niks zeggend lopen we langs de kleine burrie en sluiten aan bij de vogelmensen en maken ook foto’s. Meeuwen zijn leuk maar ook verdomd moeilijk te onderscheiden met al hun verschillende leeftijdskleden. Zo heeft de kokmeeuw 2, de stormmeeuw 3 en de zilvermeeuw 4 leeftijdsgroepen voordat ze adult genoemd kunnen worden. En dan ook nog eens in winter- en zomerkleed. Sommige soorten lijken daarnaast sterk op elkaar. Hoe leuk is dat? ‘Let op, Matthijs. Meeuwen gapen veel.’ Trrrrrrrt. ‘Hebbes.’ ‘Ach, kijk aan daar komen onze IVN vrienden aan.’ Juist op dat moment gaat de burrie op de wieken. Een ieder pikt zijn waarneming en foto mee want de burgemeester blijft in de buurt. Een zeldzame ervaring rijker maar we zijn er nog niet.

Grote joekel
Matthijs staat alleen op een steiger te posten als hij begint te roepen dat het dier vastzit in een vissersnet. Als ik de plek des onheil nader vraag ik Matthijs te roepen dat het beest niet vastzit. Dit om een grote toeloop te voorkomen wat minder stress oplevert voor het dier in nood. Er zit inderdaad een grote meeuw vast in een net. Het is gelukkig niet de kleine burgemeester. Ik klim aan boord van de vissersboot en nader de meeuw rustig. De grote snavel probeert me te pakken en zit behoorlijk in de weg. De vingerloze handschoenen (katjes) bieden uitkomst. De vogel laat ik in mijn hand bijten zodat ik hem met de andere hand kan ommantelen. Hebbes! Hij komt vrij makkelijk los. Het beest had zich in de nesten gewerkt door in het gangpad van de boot de kleine visjes uit het net te pikken. Daardoor kon hij zijn vleugels niet meer uitslaan en zat opgesloten. Aanvankelijk dacht ik dat het om een zilvermeeuw ging maar achteraf (met boek) bekeken een 2e winter grote mantelmeeuw. Als ik (en gekke Henkie) er naast zit hoor ik het graag. Zodra de grote joekel op de steiger staat neemt ie een aanloop en huppakee daar gaat hij de lucht in. Nog even zijn verenpak schudden, maakt een bocht en vliegt door naar de overkant van de haven waar een paar mensen met brood staan te strooien. De meeuw oogt fit. Een “resque” ervaring rijker maar we zijn er nog niet.

Boze ogen
Tijd voor het gebruikelijke bakje koffie en thee. Met koek deze keer. Het is weer dikke prima voor elkaar, Linda! Er komt een bekende auto aanrijden. RJ en Mark. Het blijken de broodstrooiers te zijn. Tijdens het bijkletsen geven ze een leuke tip. Er scharrelt regelmatig een waterral over het ijs bij het bekende ijsvogelplekje van Robbenoord. ‘Nog een tweede bakje,’ vraagt Linda nadat we weer bij de groep staan. ‘ Nee, inpakken en wegwezen.’ Een buitenkansje om deze soort aan de groep te laten zien. Een waterral zie je vrijwel nooit . Ze leven zeer verborgen. Horen doe je ze des te meer. Op de bewuste plek staan meer auto’s bij de slootkant. ‘Nee, je kan er niet tussendoor en dan sta je voor die andere auto,’ zegt Matthijs naast me. ‘Moet net lukken jonguh.’ En het lukt. Het past precies. ‘Geen ral te zien. Dat kan wel even duren.’ ‘Nee, daar issie,’ hoor ik een stem achter me roepen. Geen idee wie dat zei maar allemachtig wat een prachtig gezicht. De waterral loopt over het ijs en komt zelfs op ons toe lopen. De andere 3 IVN auto’s hebben niet een plekje op de eerste rang maar zijn uitgestapt en staan achter onze auto verdekt opgesteld zodat een ieder de ral kan zien. En Matthijs staat door het open dak van de auto. Een spiegel had nu wel komisch geweest om dit tafereel gaande te slaan. Een snip staat verdekt opgesteld en zorgt voor onrust. ‘Een bokje,’ zegt iemand. Oh, dat triggert. De waterral is een stukje van ons afgelopen, even uitstappen om de snip te checken. ‘Het is een watersnip. Prachtig en nu weer de auto in of in dekking want er kijken een paar boze ogen naar ons.’ Bij ons louter blije gezichten na weer een ervaring rijker te zijn maar we zijn er nog niet.

Brede rietstengel
Vanwege het mooie weer lopen we even een stukje route op de Marnewaard. Bij een wak vliegt een ijsvogel op. Verder geen gekkigheden behalve dat overal mensen wandelen. Terug de auto in. Bij Nieuw Robbengat zie ik aan de overkant van de plas een vlekje dat wel een hele brede rietstengel lijkt. De berm in en kijker erop. ‘Bingo, een roerdomp loopt langs het riet over het ijs.’ En de auto weer uit. Telescoop erop. De auto weer in. Een stukje verder weer stoppen. ‘Ja, een slechtvalk T.P. Daar bij de rand van het water.’ De auto weer uit. Iedereen heeft de opvliegende valk net gezien of onze auto rijdt alweer. Bij vlinderbalg willen we stoppen maar daar staat de auto van de welbekende broodstrooiers. Toeters steken uit de auto richting rietkraag. Doorrijden, die zijn aan het werk. Op de strandweg stoppen we om de wilde- en kleine zwanen te bekijken. De auto uit en weer de auto in. Vlak voor de jachthaven vliegt een meeuw voor de auto langs die opvalt. Donker gevlekte vleugels bovenzijde, witte kop, witte staart met zwarte eindband. Pontische meeuw, ‘ wordt er geroepen. Hopsaaa weer een beleving rijker maar we zijn er nog niet.

Synchroon dansen
De parkeerplaats bij camping de Pomp staat vrijwel vol met auto’s. Toch besluiten we om naar de kijkheuvel te gaan. Fantastische plek vooral onder deze weersomstandigheden. Vlak voor de heuvel treffen we een paartje robotap (roodborsttapuit) aan. Een grote zillie (zilverreiger) is op muizenjacht. Op de kijkheuvel is het al snel volle bak. Apparatuur wordt angstvallig vastgehouden als spelende kinderen tussen alles en iedereen door jakkeren. ‘Wow, kijk dat dan.’ De jagende zillie krijgt bezoek van een tweede exemplaar om vervolgens tezamen een baltsdans in te zetten als zijnde een paartje kraanvogels. De snavels wijzen recht naar de hemel, strak naast elkaar voeren ze synchroon een dans uit. Schitterend wat een top beleving en dan zijn we er nog niet. Samen met Matthijs en nog een deelnemer staan we apart van de groep bij de jagende zilverreiger. We luisteren naar de geluiden die van achter de rietkraag komen als plotseling een kreet klinkt. We kijken naar de groep en zien een roerdomp langs de heuvel scheren en onze kant op komen. Camera’s beginnen te ratelen. Rechts van de heuvel zien we 2 roerdompen stuivertje wisselen om een plekje. Recht tegenover ons wordt een roerdomp ontdekt die bijna geheel opgaat in de omgeving. Peter heeft ‘m tot op heden nog altijd niet gezien. Links van ons, ver weg loopt nog een dompelaar op het ijs. Een blauwe reiger pakt een snoek en wordt vastgelegd door Ben. Geweldige belevingen rijker en nog zijn we er niet.

Baltsvoeren
Op de parkeerplaats staan we in te pakken en na te praten als er opnieuw een waterral is te zien die het bevroren water oversteekt. Vanuit het bos maakt een houtsnip zich los en een ijsvogel vliegt, prachtig beschenen door de zon, over ons heen. Hoe mooi kan een excursie eindigen. Niet voor ons, want mijn auto rijdt naar Buitenpost gevolgd door de auto van Frans met Anno als passagier terwijl de rest richting Leeuwarden gaat. We rijden rechtstreeks naar de locatie waar zich 3 pestvogels ophouden met dank aan social media. Foto’s maken is lastig want de lampion gaat haast uit. Desalniettemin is en blijft het genieten van deze beauty’s. Ze komen nog 1x naar beneden om van ligusterbesjes te eten alvorens hun slaapboom in te vliegen. Hier zien we een gedrag die we niet eerder hebben gezien. Er zitten 2 pestvogels naast elkaar waarvan 1 een besje heeft meegenomen en de ander begint te voeren. Het zogenaamde “baltsvoeren” waarbij de vrucht meermalen van het mannetje aan het vrouwtje en omgekeerd wordt gegeven. Paartjes worden al in de wintertijd gevormd. Het mannetje neemt zelfs al een houding aan als van de baltsdans die normaal gesproken in het voorjaar plaatsvindt. Genoeg afleiding gehad vandaag en mooie dansjes gezien. Een aantal uitzonderlijke ervaringen rijker en nu … nu zijn we er wel!!

Tekst en foto: Meino Zondervan

Share Button
Verslagen 0 Reacties

Gerelateerde berichten

Reacties

Reageer