Word lid!
Nieuws
21
november

19 november 2016, Holwerd-Oost.

19 november 2016, Holwerd-Oost.

‘Aaaahhhh neee, *@#$%^. Dit is toch niet te doen, Dit slaat nergens op. Hoe durven ze! ’

Er op uit met een stok achter de deur. Weer of geen weer. De zoveelste wadvogeltelling en het verveelt voor geen meter. Nieuwsgierig als we zijn naar hetgeen we nu weer gaan tegenkomen.

Vrouwkleed
Toevalligerwijs zit telmaat Sije Schotanus achter me als ik rond 11.30 uur de bocht om rijd en de kwelders zichtbaar worden aan weerszijden van de pier bij Holwerd. De auto kan gelijk aan de kant. Er zweven 2 rovers laag over het oostelijke gedeelte. Ons telgebied en dus checken. Het zijn 2 hoofdrolspelers van deze middag. Blauwe kiekendieven in vrouwkleed. Een andere rover hangt biddend boven het terrein. Weer stoppen. Een normale buizerd. Check. Heerlijk die herfst. Machtig die rovertijd.

Hoog bezoek
Op de pier beginnen we zoals gewoonlijk aan de rechterkant. De koude aflandige wind jakkert door onze kleren. Gelijk een leuke soort, een grote zaagbek man vliegt laag over zee. Tijdens het bijkletsen en uitstallen van onze telescopen stoppen er meerdere auto’s voor ons. Een excursie. Kan niet missen. De excursieleider komt naar ons toelopen. ‘Hoog bezoek’, volgens Sije. Het is Sieds Boersma. Ook vrijwilliger van It Fryske Gea en tevens telcoördinator van onze wadvogelgroep voor FFF/SOVON. Of er ook wel eens rotganzen in ons gebied zitten? ‘Ja aan de oostelijke kant’, meld ik. Of we de jonge dieren apart willen melden. ‘Interessant voor het onderzoek’. ‘Hartstikke best’, Sieds. Hij loopt terug naar zijn groep en roept vervolgens dat er een slechtvalk op een rijstdam zit. Bedankt Sieds. We hadden al gezien dat het dier in de buurt moest zitten vanwege de onrust onder de ruim 300 kluten die we in vlucht konden tellen. Zal wel weer dat juveniele beest zijn die hier zijn winterkwartier heeft. We gaan beginnen met tellen en zoeken niet specifiek naar de valk. Sije komt ‘m tegen tijdens het tellen van bergeenden. Als ik klaar ben met mijn te tellen soort kijk ik ook even. ‘Hey, wat leuk. Het is een volwassen dier. Dan zijn er dus 2 actief’. Het beest gaat op de wieken en vliegt van ons af richting oost. Een spoor van opvliegende steltlopers verraad zijn positie. We gaan door met het tellen. Sieds vertrekt met zijn groep. Weer is er onrust. Weer een slechtvalk? Ja dus. Ditmaal is het de bekende juveniele vogel. Het lukt me om via de telescoop een plaat te schieten met de smartphone terwijl de kluten achter hem langs scheren. Het blijft zwaar genieten als de zon er even bij komt en de witte onderdelen laten oplichten van de kluten. Machtig die rovertijd.

Luie donder
We rijden terug naar de zeedijk vanwaar we de rest van de telling gaan doen. Halverwege de pier toch weer stoppen. Deze keer komen we op 4 blauwe kiekendieven. Allen in vrouwkleed. Voor het hekwerk laad ik routineus mijn materiaal in Sije zijn auto terwijl mijn maat het hek van slot doet. Nauwelijks weer rijdend stoppen we opnieuw . Vinken, putters en groenlingen worden aan het papier toevertrouwd. Een stel reeën draven over een omgeploegde akker. ‘Hey daar vliegt weer een slechtvalk. Daar vlak over de akker … met een flinke prooi in zijn klauwen’. Het beest landt maar lijkt er niet gerust op te zijn. De valk vliegt weer op met de zware prooi. Terwijl we beide het tafereel in de kijker volgen komt er een andere rover in beeld. Een buizerd zet de achtervolging in. Zo-de-knetter wat een boef. De slechtvalk doet een poging te ontkomen aan de grotere concurrent maar is veel te langzaam met een prooi die bijna even groot als hij zelf is. De buizerd wint. De prooi wordt gedropt en gelijk geclaimd door de luie donder. Alles draait om eten, om energie besparing dus geef de lompe buizerd eens ongelijk. Een slechtvalk is een snelle behendige rover dus waarom die niet het werk laten doen. Rover wordt berooft. Machtig die rovertijd.

Zingende kooi
We stoppen op de zeedijk bij de zingende kooi. Er wordt flink gewerkt op de kwelder aan een wandelroute en een kijkhut in de buurt van de kustlijn. De zingende kooi, zoals we het voortaan benoemen, is een nieuw stalen afgerasterd hekwerk voor vee. De wind laat het staal zingen. Een maf geluid zo op de kweldervlakte. We steken hier altijd in maar ditmaal lopen we verder naar de kijkhut in aanbouw die (nog) omringt is door een ronde opgetrokken wal. We lopen voorzichtig want het is 1 dikke vette drekbende en glibberen alle kanten op als we niet oppassen. Oever- en graspiepers, veldleeuweriken, fazanten, buizerds en torenvalken komen op papier tijdens de loop er naar toe. Torenvalken, maar liefst 5 stuks. Buizerds 4 stuks. We nemen stelling aan de Noordkant van de wal. Sije heeft de telescoop mee, ik mijn camera en het telbord. ‘Jemig, wat een vogels’, zegt Sije. ‘Volgende keer nemen we 2 telescopen mee’. Terwijl hij telt noteer ik de opgenoemde aantallen en probeer wat sfeer plaatjes te schieten met zowel mijn camera als de smartphone. Geweldig mooie luchten met meerdere vorming van aambeeld wolken. Een aambeeld (incus) is een wolk in de vorm van een paddenstoel. Het bestaat volledig uit ijs en valt onder verticale bewolking. Oh, oh, dat betekent meestal zware buien. Zover we het kunnen bekijken gaat het bij ons langs. Er komt weer een blauwe kiek aan zweven. De kiekenrover gaat over ons heen en gaat richting de kustlijn. Hoppaaaa, de hele teringzooi aan steltlopers gaat op de wieken. Dit verveelt dus nooit, wat een schouwspel weer. Oh ja, snel wat foto’s maken. Machtig die rovertijd.

Wintergastjes
Terug bij de auto vervolgen we onze weg over de zeedijk. Aan het einde van het te tellen gebied zitten inderdaad de voorspelde rotganzen. Sorry Sieds, het licht is inmiddels behoorlijk slecht. We onderscheiden niet de juveniele en volwassen dieren van elkaar. Slechts silhouetten. Dit stukje kwelder is altijd extra opletten want hier zit in de winter c.q. herfsttijd vaak interessant klein grut. Sije heeft nauwelijks uitgesproken dat het wel leuk zou zijn om fraters aan te treffen of we hebben bingo. Er vliegen 6 stuks voor ons uit. Foto’s maken is erg lastig want de wintergastjes zijn zeer schuw. Het is 15.00 uur. Einde buitendijkse telling.

Pot goud
Het is 15.00 uur begin van de binnendijkse telling. We rijden binnendijks terug naar mijn auto. Onderweg de vogels tellen op de weilanden, akkers en in de sloten. Sije telt want het gebeuren is aan zijn kant van de auto en noemt de aantallen op. Het duurt niet lang of hij begint te mopperen. De weilanden zitten vol met kieviten en vooral goudplevieren. Nou is dat niet erg maar die krengedingen hebben het lef om door elkaar te gaan vliegen. Hoe durven ze. ‘Dit is toch niet te doen?’ ‘Rustig Sije, er is niemand in de buurt die ons controleert en niemand weet precies hoeveel vogels er hier zitten dus geen paniek. Ik vertel het niet door dat je er een zootje van maakt’. We geven er een positieve draai aan. Het is goud dat hier overheerst. Het bewijs daarvan uit zich in het feit dat er achter ons een regenboog ontstaat die precies neerploft waar de goudplevieren zich ophouden. Het is dus geen fabeltje over die pot goud aan het einde van de regenboog. Alleen bij vogelaars heeft het een aangepaste vorm. Aan deze zijde van de zeedijk ook weer rovers. Totaal 5 buizerds, 1 torenvalk en … hoe zou het ook anders … een blauwe kiekendief.

Bij tijd en wijle verkleumd tot op het bot maar ondanks het vieze natte koude weer toch genoten van een machtige gouden rovertijd.

Foto en tekst: Meino Zondervan

Share Button
Verslagen 0 Reacties

Gerelateerde berichten

Reacties

Reageer